Voor veel mensen zijn de vier begrippen ‘leraar’, ‘trainer’, ‘coach’ en ‘facilitator’ gewoon hetzelfde. Maar de enige échte overeenkomst is dat deze vier verschillende beroepen een groep mensen begeleiden.
– click here for the English version of this text –
Een meneer of mevrouw die ‘voor de groep staat’ en dan leer je wat. Dat is toch allemaal hetzelfde? Maar er komt veel meer bij kijken wanneer je iets wilt leren. Het is belangrijk om te weten wat het is dat je wilt leren, op welke manier en van wie. Dan kan daarop de juiste begeleiding worden ingezet.
Voor ‘de meneer of mevrouw voor de groep’ is in ieder geval een heel duidelijk verschil tussen deze vier manieren van begeleiden. Het begint met de vraag of wens van de deelnemers. Met die vraag of wens zal hij/zij een passende manier van leren gebruiken, op basis van zijn/haar kennis en ervaring(en). Een manier die past bij het doel, de situatie van diegenen die het vragen, maar ook een manier die past bij de context.
De context van de vraag is het geheel van wat er vooraf gebeurd is en wat erna zal gebeuren; met welke ontwikkelingen moet ‘de meneer of mevrouw voor de groep’ rekening houden?
Dat allemaal samen bepaalt de rol van ‘de meneer of mevrouw voor de groep’.
leraar, trainer, coach of facilitator: vier verschillende manieren van begeleiden
De verschillen zijn subtiel, maar wel heel duidelijk aan te geven.
de leraar
We kennen het allemaal vanuit onze eigen schoolervaringen: een ruimte met leerlingen die allemaal naar voren kijken, naar de leraar (of de lector, professor, etc.).
De leraar legt uit wat voor de groep leerlingen nieuw is en wat de leerlingen nodig hebben om een diploma of certificaat te halen. Het gaat hier om pure kennisoverdracht. Je krijgt als leerling kennis aangedragen en je doet je best om alles te begrijpen.
Om de kennis en informatie beter te begrijpen, doe je oefeningen. Alleen of in groepjes. Uiteindelijk test de leraar je met vragen waar je het juiste antwoord op moet geven; alles om de leraar duidelijk te maken dat je de kennis zo goed begrijpt dat je die zelf kunt toepassen.
De manier waarop de leraar dit doet, is door de leerstof beter te beheersen dan de leerling en zoveel mogelijk kennis en feiten over te dragen. Uiteraard past de leraar zijn/haar stijl en manier van lesgeven aan de leerling aan, maar het is voornamelijk ‘eenrichtingsverkeer’ van de leraar naar de leerling met als doel dat de leerling zich de kennis eigen maakt en kan toepassen.
de trainer
Zodra je uit de schoolbanken komt, dan wel met sporten, krijg je te maken met een andere manier van begeleiden om beter te worden in je vak of sport: training.
Een trainer kijkt naar wat je kunt en bespreekt met je waar je beter in wilt worden. Daarna geeft hij/zij je tips en ideeën om dat beter te kunnen doen. Het gaat hierbij vaak om praktische vaardigheden.
De sporttrainer geeft je tips en aanwijzingen zodat je beter met de bal kunt bewegen of een snellere start kunt maken. De trainer op het werk deelt, vanuit zijn/haar eigen ervaringen, verbetertips op basis van zijn/haar observaties (van jou) en wat jij zelf als trainee aangeeft.
De manier waarop een trainer dat doet, is voornamelijk vraaggestuurd en doelgestuurd. Samen is vooraf een doel bepaald dat bereikt moet worden (zoals doelpunten scoren of snelheid vergroten). De trainer past zich aan de trainee en zijn/haar vragen aan. Het gaat hierbij niet zozeer om kennis, maar meer om vaardigheden eigen te maken (hoewel daar soms kennis als onderlegger bij nodig is). Er is een zekere mate van ‘tweerichtingsverkeer’ tussen trainer en trainee: in samenwerking wordt het doel nagestreefd.
de coach
Coach, een woord waarmee in de (social) media kwistig wordt gegooid. Over de betekenis van het begrip ‘coach’ verschillen de meningen nogal. Maar in dit rijtje van beroepen heeft het begrip ‘coach’ een duidelijke plaats.
Een coach is niet noodzakelijk iemand die de materie of het eindresultaat zelf goed beheerst. Een goede tenniscoach hoeft niet per se internationaal succes te hebben gehad als tennisser om jou tot een topspeler te maken. De coach gaat op zoek hoe het beste in jou naar boven komt en zet daar zeer verschillende methoden voor in.
Bij een coach bespreek je, net als bij een trainer, samen wat je wilt bereiken. Maar daarbij stelt een coach veel (meer) onderzoekende vragen. In jouw wensen zitten vaak ook je belemmeringen; de coach leert van je antwoorden (wensen, overtuigingen, belemmeringen) en weet daarmee beter wat hij/zij in moet zetten zodat jij je doel bereikt.
Ook deelt de coach een minieme hoeveelheid aan kennis/informatie. Jij vertelt wat er aan de hand is aan de coach en tegelijkertijd aan jezelf. Door de juiste vragen te stellen, doorbreekt de coach jouw gedachtenpatronen. De coach maakt je daarmee uiteindelijk bewust wat jouw eigen antwoorden zijn om je wensen of doelen te bereiken. Hier is eigenlijk sprake van ‘eenrichtingsverkeer’: jij hebt de kennis en ervaring om te delen. In samenwerking met de coach komt die kennis naar voren, zodat jij die vervolgens zelf kunt toepassen.
de facilitator
Het begrip ‘facilitator’ is in Nederland een vrij onbekend begrip, maar eigenlijk is het heel simpel. Een facilitator faciliteert een bijeenkomst van een groep mensen. Dat betekent dat je een setting schept waarin mensen goed kunnen werken om het doel te bereiken. Dat kan een kleine groep zijn, of een hele grote groep.
Daar waar de leraar, trainer en coach zich bezighouden met de inhoud én het proces van begeleiding, houdt een facilitator zich enkel en alleen bezig met het proces. De kennis en verantwoordelijkheid van/voor de inhoud ligt bij de groep zelf.
Dit betekent dat vooraf met de facilitator besproken wordt wat er bereikt moet worden. In die voorbereiding zal de facilitator zijn/haar rol vormgeven en bepalen, maar ook de middelen en interventies die hij/zij kan inzetten.
Een mooie vergelijking is een ceremoniemeester bij een trouwerij. Vooraf worden met het bruidspaar de wensen van de bijeenkomst besproken; wat willen jullie dat er gebeurt en in welke volgorde? Daarbij bespreekt de ceremoniemeester wat hij/zij dan (dus) moet doen, wie hij/zij moet aanspreken, sturen of aankondigen, hoe hij/zij moet zorgen dat iets klaarstaat, etc. Uiteindelijk worden de doelen bereikt die het bruidspaar wenst. Wat de ceremoniemeester zelf mooi of leuk vindt doet er inhoudelijk niet toe; hij/zij moet zorgen dat het allemaal soepel verloopt.
De manier waarop een facilitator dit doet, is in een (zeer) uitgebreide voorbereiding helder krijgen wat de groep wil bereiken en wat zijn/haar rol daarin moet zijn. Per bijeenkomst kan de rol van facilitator dan ook zeer verschillen.
leraar > trainer > coach > facilitator
Het verschil tussen deze vier beroepen is de mate van interactie tussen de begeleider en de groep. In de vergrotende trap van deze vier beroepen begint het met eenrichtingsverkeer vanuit de begeleider naar de groep (leraar) en eindigt het met eenrichtingsverkeer vanuit de groep naar de begeleider (facilitator).
Het is dus afhankelijk van de vraag van de groep* wat nodig is. Heeft de groep behoefte aan kennis en vaardigheden? Of is er meer behoefte om samen te leren werken en samen besluiten te nemen? Of wil de groep samen meningen helder krijgen en goede gezamenlijke beslissingen nemen? Als de vraag van de groep duidelijk is, kan op basis daarvan een keuze worden gemaakt voor een leraar, trainer, coach of facilitator.
OR-training of OR-coaching?
Bij ondernemingsraden merken wij in de praktijk van de afgelopen jaren dat er eigenlijk geen behoefte meer is aan training, hoewel we het samen nog steeds wel zo noemen.
De meeste OR-leden hebben al heel veel kennis en ervaring. Ze weten hoe ze moeten vergaderen, ze hebben kennis van groepsprocessen, ze weten hoe je mensen moet laten samenwerken. Het zijn allemaal zaken die de OR-leden al vanuit hun studie hebben meegekregen of in cursussen/trainingen op het werk hebben geleerd. En anders is er altijd nog wel een whitepaper te googlen en downloaden om de benodigde kennis te verkrijgen.
Maar de vraag is hoe je al die kennis en ervaring nu samen, in de groep, gebruikt en toepast. En dan is coaching eigenlijk de beste vorm om samen beter te worden, om samen als ondernemingsraad een goed samenwerkend team te worden. In dit artikel lees je hoe dat in z’n werk gaat vanuit het perspectief van de OR-coach.
Meer informatie hierover is te vinden in het artikel OR-training of OR-coaching: is er een verschil?
*In dit artikel hebben we ‘de groep’ als uitgangspunt genomen. De achterliggende vraag is natuurlijk waar die groep uit voortkomt en hoe die zich verhoudt tot het geheel van de organisatie of het voorliggende doel. Dit is van belang voor de rol van de begeleider. Om dit artikel eenvoudig(er) te houden, hebben we dat hier buiten beschouwing gelaten.
Voetnoot: Voor dit artikel is dankbaar gebruik gemaakt van de kennis en kunde van Tonnie van der Zouwen, specialist bij het betrekken van stakeholders bij ontwikkeling en Lecturer Sustainable Working & Organising. Tonnie is een van de netwerkpartners van het CT²-team. –