Benieuwd hoe andere OR’en het in Nederland doen? De resultaten van het grote onderzoek onder ondernemingsraden in Nederland zijn bekend. En de minister heeft daarop nu al voorstellen voor verandering geschreven.
In dit artikel de meest opvallende zaken uit het onderzoek en een samenvatting van de veranderingen die de minister in gang wil gaan zetten.
Vlak voor de Kerst heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een brief aan de Tweede Kamer met verschillende voorstellen op basis van de resultaten van het Nalevingsonderzoek 2023.
nalevingsonderzoek 2023
Vorig jaar is dus het onderzoek geweest “Naleving op de Wet op de Ondernemingsraden 2023”, kortweg Nalevingsonderzoek 2023.
Voor dit onderzoek is een steekproef gedaan: onder alle bijna 96.000 bedrijven in Nederland met meer dan 10 medewerkers (de grens voor een personeelsvertegenwoordiging/PVT) is een steekproef gedaan bij meer dan 25.000 bedrijven. Bijna 15% daarvan heeft gereageerd op de vragenlijst.
resultaten nalevingsonderzoek 2023
Een samenvatting van de belangrijkste / meest opvallende informatie en cijfers op een rij:
- 70% van de bedrijven met meer dan 50 medewerkers heeft een OR
- kenmerken bij bedrijven met een OR: meer dan 200 medewerkers, veel 50-plussers in dienst, theoretisch opgeleid, een ondernemings-CAO en veel vakbondsleden
- Bestuurders hebben in 93% van de gevallen overleg met de OR over arbeidsomstandigheden en gezondheid.
- 24% van de OR’en heeft een eigen VGWM-commissie (OR commissie Veiligheid, Gezondheid, Welzijn en Milieu)
Bestuurders en de OR:
- de OR scoort gemiddeld een 7,1 onder Bestuurders voor de kwaliteit van het overleg
- 80% van de Bestuurders geeft aan dat de OR invloed heeft op de besluitvorming
- Bestuurders zien voordelen bij een goed functionerende OR: extra informatiekanaal vanaf de vloer, draagvlak voor beleid en beslissingen, werknemersbelangen worden geformuleerd en zijn onderhandelbaar, extra check op kwaliteit en volledigheid van besluiten, sparringpartner voor het ontwikkelen van (strategisch) beleid.
onderwerpen op de agenda overlegvergadering:
- 75% van de OR’en bespreekt arbeidsmarkt en de gevolgen voor de organisatie
- 69% van de OR’en bespreekt opleiding van medewerkers
- 55% van de OR’en bespreekt maatschappelijk verantwoord ondernemen
- 6% van de werkgevers heeft monitorings-software ingevoerd om medewerkers op afstand te volgen; in 79% van die situaties heeft de OR de vereiste instemming verleend
- 2/3 van de Bestuurders is op de hoogte van de nieuwe Wet toekomst pensioenen en het instemmingsrecht van de OR hierover.
OR-verkiezingen
- 62% van de ondernemingsraden hadden bij de laatste verkiezingen geen of minder kandidaten dan vacatures in de OR
- 25% van de OR’en heeft vacatures in de OR
Raad van Commissarissen / toezichthouders
- 57% van de OR’en met aanbevelingsrecht voor nieuwe RvC-leden hebben OR-en ook RvC-kandidaten voorgedragen
- 34% van de OR-en met RvC/toezichthouder was deze ook aanwezig bij de bespreking algemene gang van zaken (Artikel 24 WOR)
aandachtspunten van de minister van sociale zaken en werkgelegenheid
Voor de minister was het onderzoek al meteen aanleiding om meerdere punten aandacht te geven. Het valt op dat in zijn brief aan de Tweede Kamer de nadruk ligt op de arbeidsomstandigheden en de rol van de OR daarin.
OR-heidagen / scholing
Uit het onderzoek blijkt dat ondernemingsraden het recht op ‘scholing’ (wij hebben het liever over heidagen van de OR) niet altijd gebruiken. De minister vindt dat een goed functionerende OR begint bij goed opgeleide OR-leden. En dan zeker op belangrijke onderwerpen als arbeidsomstandigheden, gelijke kansen, beloning en het tegengaan van discriminatie.
De minister wil het voorstel van de SER gaan uitwerken om scholing van de OR verplicht te gaan stellen. Maar ook door bijvoorbeeld een scholingsplan te laten maken. In het opnieuw formuleren van WOR-teksten gaat de minister dit meenemen.
De minister wil in 2025 het verplichten van een scholingsplan voor de OR invoeren, uitgebreid met de verplichting dat scholing over arbeidsomstandigheden verplicht gaat worden..
OR ondersteuning en convenant
Het is belangrijk, volgens de minister, dat het OR-werk door de ondernemer gefaciliteerd wordt en dat belemmeringen voor het OR-lidmaatschap worden weggenomen. Naast scholing kunnen OR-leden bijvoorbeeld ook ondersteund worden door een ambtelijk secretaris of commissies of door afspraken over het toekennen van werktijd voor OR-werk en vervanging bij afwezigheid.
De minister gaat de SER vragen om op hun website voorbeelden van convenanten (‘ondernemingsovereenkomsten’) te gaan publiceren waarin OR en Bestuurder samen afspraken maken over zaken als faciliteiten1.
maatschappelijke thema’s en de OR
De minister vindt dat onderwerpen als gelijkwaardige kansen, duurzame inzetbaarheid en de energietransitie belangrijke onderwerpen zijn die de OR zou moeten bespreken. Het gaat hier dan met name over de toekomstbestendigheid van de organisatie in de gaten houden en tegelijkertijd de ontwikkeling van medewerkers mogelijk maken.
De betrokkenheid van de OR is in het informatierecht, het advies- en instemmingsrecht en de stimulerende taken van de OR vastgelegd. Maar dat is niet voldoende.
De minister wil de formuleringen van de WOR aan gaan passen met het juiste jargon. Ook gaat de WOR nu (nog) niet echt uit tot lange termijn denken, terwijl de minister betrokkenheid van de OR bij strategisch beleid belangrijk vind.
De werkgroep Strategische Medezeggenschap van de SER is nu een voorstel aan het uitwerken en zal dat voorstel in Q2 van 2024 publiceren. De minister gaat zorgen voor een voorstel in de Tweede Kamer in 2025.
algoritmen die de werkgever wil gaan inzetten / ‘schriftelijkheidsvereiste’
Algoritmes kunnen werk plannen en medewerkers aansturen en beoordelen. Daarmee kunnen algoritmen een rol spelen in advies- en instemmingsaanvragen, maar op het inzetten van een algoritme heeft de OR geen rechten.
Bij de actualisering van de WOR gaat de minister onderzoeken hoe de inzet van algoritmen een plek krijgt in de WOR. Hierbij neemt de minister ook de Europese richtlijn voor de verbetering van arbeidsvoorwaarden bij platformwerk mee, die nu in ontwikkeling is.
Daarnaast moeten de teksten van de WOR ook gemoderniseerd worden om zaken digitaal te regelen/organiseren, waar nu een ‘schriftelijkheidsvereiste’ in de wetteksten is opgenomen.
De minister wil uiterlijk 2025 met geactualiseerde teksten van de WOR komen.
OR en arbeidsomstandigheden
De 31% OR-plichtige ondernemers / directies zonder OR heeft hebben niet de mogelijkheid om medewerkers op de juiste en wettelijk verplichte manier bij het het arbo beleid te betrekken. De minister wil de naleving van de WOR gebruiken zodat werknemers (meer) betrokken zullen gaan zijn bij het arbobeleid.
De SER adviseert dat alle OR-plichtige bedrijven een Arbo- of VGWM-commissie in moeten instellen. De SER stelt ook voor dat de Arbeidsinspectie hierop moet gaan handhaven. De minister gaat dit voorstel uitwerken om te zorgen dat ondernemingsraden zo een commissie instellen.
De minister gaat dit jaar gebruiken om het SER-advies Arbovisie 2040 uit te werken in concrete plannen.
verplichting om een OR te hebben – naleving
De minister vindt een score van 70% (aantal organisaties met meer dan 50 medewerkers die een OR heeft) te laag. De minister maakt budget vrij zodat de Commissie Bevordering Medezeggenschap van de SER (Sociaal Economische Raad) meer voorlichting en informatie kan ontwikkelen.
Maar de minister gaat ook ‘een mix van beleidsinstrumenten ontwikkelen’. Daarbij wordt gedacht aan monitoren van rapportageverplichtingen vanuit de diverse wet- en regelgeving waarbij de OR betrokken moet zijn en een registratieplicht, bijvoorbeeld het indienen van een jaarverslag.
In het eerste kwartaal van 2024 zal er een onderzoek gestart worden, waarna beleidsplannen uitgewerkt zullen worden en begin 2025 zal de minister de Tweede Kamer informeren over de uitwerking van plannen.
OR bij de overheid
Ondernemingsraden bij de overheid, wetenschappers en vakbonden, merken dat de interpretatie van de Hoge Raad van het politieke primaat de OR bij de overheid zeer beperkt. De minister gaat de SER vragen om, samen met de Hoge Raad voor het Openbaar Bestuur, een advies hierover uit te brengen.
De minister verwacht uiterlijk in Q4 2024 een advies van de SER.
Europese ondernemingsraad (EOR)
Ondernemingsraden bij concerns en multinationals (met name in zg. matrix-organisaties) is al langer een punt van aandacht. Op dit moment overweegt de Europese Commissie om de Europese richtlijn hierover te gaan herzien.
In voorbereiding op deze aanpassing gaat de minister een onderzoek laten uitvoeren naar het functioneren van de Europese ondernemingsraad onder in Nederland gevestigde EOR’s en Nederlandse leden van EOR’s. De resultaten van dit onderzoek zullen in de zomer van 2024 gepubliceerd worden.
CT² dossier
Op de hoogte blijven van alle stappen omtrent een mogelijke herziening van de richtlijn Europese Ondernemingsraden?
Op onze website hebben wij hiervoor een CT² dossier voorstel herziening richtlijn Europese ondernemingsraden aangemaakt. In dit dossier houden wij alle ontwikkelingen voor je bij.
——————-
Wat andere website schrijven over dit onderwerp:
https://performa-or.nl/nieuws/kabinet-wil-meer-or-rechten-en-betere-handhaving/
- Ook wij merken een duidelijke behoefte (bij ondernemingsraden én bij Bestuurders) aan convenanten met afspraken. Vanaf eind 2023 zijn we dan ook bezig hierover een eBook te schrijven met voorbeelden en manieren hoe aan te pakken. ↩︎