De invloed van de OR bij een faillissement staat al lange tijd ter discussie. Met een nieuw aangenomen wetsvoorstel staat dit opnieuw in de schijnwerpers.
te laat voor drogisterij DA
In december waren het distributiecentrum en hoofdkantoor van drogisterij DA failliet verklaard en maakten zij een doorstart onder de Nederlandse Drogisterij Service. Velen verloren hun baan en de overgebleven medewerkers moesten akkoord gaan met een verslechtering van de arbeidsvoorwaarden.
Niet alleen de medewerkers van drogisterij DA waren de dupe, hetzelfde overkwam de medewerkers van Perry Sport en Scapino: bij de doorstart verloren veel medewerkers op een (voor de organisatie) snelle en goedkope manier hun baan.
Afgelopen mei stapte de ondernemingsraad van DA naar de Ondernemingskamer. De OR vond dat hij geraadpleegd had moeten worden door de curator over de doorstart, maar de rechter wees dit af omdat het adviesrecht niet ‘past’ bij de rol van een curator bij een faillissement. Zo kan er niet 30 dagen gewacht worden bij een negatief advies van de OR en is het maar de vraag of er ‘wezenlijke invloed’ is voor de OR als het zo slecht gaat met het bedrijf.
nieuw wetsvoorstel OR en faillissement
Op 21 juni 2016 is nu het wetsvoorstel Wijziging van de Faillissementswet aangenomen in de Tweede Kamer. In dit voorstel staan twee specifieke zaken die voortaan anders geregeld moeten worden.
1. ‘beoogd curator’ moet OR betrekken in de voorbereiding
Het wetsvoorstel regelt de mogelijkheid om een aankomend faillissement in stilte voor te bereiden. Er wordt dan gekeken naar bijvoorbeeld kansen tot voortzetting van het bedrijf. Of tot het maken van een doorstart. Dit wordt ook wel de ”stille fase” genoemd. Tijdens de stille fase wordt een beoogd curator benoemd. Volgens het wetsvoorstel moet de OR in de stille fase al betrokken worden. Op de OR rust dan een geheimhoudingsplicht.
2. OR neemt zitting in de commissie van schuldeisers
Bij een faillissement is er sprake van een commissie van schuldeisers (crediteurencommissie) die waakt over de belangen van alle schuldeisers en de curator adviseert over de afwikkeling. Een vertegenwoordiging van de OR krijgt het recht om in die commissie plaats te nemen en zo te waarborgen dat niet de medewerkers op de laatste plaats komen bij de schuldafwikkeling. Ook kan dit een manier zijn om afspraken te maken over de arbeidsvoorwaarden van de betrokken medewerkers.
faillissement als manier van doorstart
De laatste jaren gebeurt het steeds vaker dat een faillissement gebruikt wordt als manier van doorstart als het slecht gaat met het bedrijf. Denk daarbij aan het ‘flitsfaillissement’ of ‘pre-pack-faillissement’ waarbij de directie met de curator de doorstart vooraf zorgvuldig en in stilte voorbereidt.
De praktische toepassing van een doorstart met een flits- of pre-pack-faillissement krijgt met dit wetsvoorstel een wettelijk kader. Op deze manier worden de kansen vergroot voor een doorstart (van de gehele onderneming of een deel ervan), waarbij zoveel mogelijk werkgelegenheid behouden blijft.
uniek: medewerkers worden nu genoemd in de faillissementswet
Het meest bijzondere aan deze wetswijziging is dat voor het eerst ook de medewerkers genoemd worden in de faillissementswet, die sinds 1893 bestaat. Bij een faillissement zijn de medewerkers de grootste groep die het betreft, maar tot nu toe waren de medewerkers niet eens benoemd in de faillissementswet als een van de partijen waar rekening mee gehouden zou moeten worden! En daar komt verandering in met dit wetsvoorstel.
en hoe nu verder?
Het is op dit moment nog onbekend wanneer dit wetsvoorstel bij de Eerste Kamer behandeld wordt en dus ook daadwerkelijk van kracht gaat zijn…
meer over de rechten van de OR bij faillissement:
Meer weten over de rechten van de OR als er ‘geen geld’ meer is in de organisatie? Dan kan dit stroomschema van de SER misschien handig zijn. Houd er rekening mee dat dit stroomschema van december 2015 is, en er (dus) geen rekening gehouden is met de uitspraak over de DA drogisterijgroep en het nu net aangenomen amendement.