Als OR vertegenwoordig je alle medewerkers in de organisatie. Ook de medewerkers met een parttime contract. Sommigen van die ‘flexwerkers’ hebben meerdere banen/werkgevers. Hoe ga je daar als OR mee om?
Uit onderzoek dat de SER op 18 maart 2018 publiceerde, blijkt dat er in Nederland meer dan 600.000 medewerkers zijn die meerdere banen combineren; zij hebben zogenoemde combinatiebanen.
de flexwerker, de parttimer en combinatiebanen
Een flexwerker is iemand met een flexibel contract. Denk aan een gedetacheerde, een payroller, een seizoensarbeider of iemand met een nulurencontract. Daarnaast werken in veel organisaties mensen met een parttime contract.
Mensen die meerdere banen combineren, hebben combinatiebanen. Dat kan gaan om meerdere banen in loondienst of een combinatie van bijvoorbeeld een baan in loondienst en het werken als zelfstandige. Soms worden combinatiebanen ook wel stapelbanen, multi-jobbing of hybride banen genoemd. Maar het gaat allemaal om hetzelfde: medewerkers met meerdere banen.
wat vinden werkenden van hun combinatiebaan?
De meeste werknemers met een combinatiebaan zijn tevreden, hoewel hoger opgeleiden vaker willen blijven combineren dan lager opgeleiden. Bovendien blijken medewerkers met combinatiebanen minder problemen te hebben met hun gezondheid dan medewerkers zonder combinatiebanen.
De medewerkers met financiële redenen voor een combinatiebaan geven eerder aan dat ze negatieve effecten ondervinden dan medewerkers met andere motieven.
Verder blijken er praktische problemen te zijn voor het hebben van combinatiebanen:
- twee sets van arbeidsvoorwaarden of cao’s
- dubbele loyaliteit
- regelen van de sociale verzekering gaat over meer schijven
- relatiebeding (kan lastig zijn met twee banen in dezelfde sector)
wat zijn de consequenties voor werkgevers bij combinatiebanen?
In vergelijking met andere Europese landen heeft Nederland relatief veel werkenden met combinatiebanen. Verder blijkt uit de praktijk dat de medewerker met een combinatiebaan minder flexibel is. Anderzijds oordeelde de Hoge Raad dat een werkgever een medewerker niet mag aanrekenen dat hij/zij minder flexibel is. Die medewerker moet dus even vaak opgeroepen worden als andere flexwerkers/parttimers.
De medewerker met een combinatiebaan is zelf verantwoordelijk om de werkgever te vertellen dat hij/zij een combinatiebaan heeft. Daarbij is het voor de werkgever van belang om te weten wat voor (soort) werk de andere baan betreft en wat dat betekent voor de beschikbaarheid.
Voor werkgevers kunnen medewerkers met combinatiebanen voordelen hebben. Bij reorganisaties of re-integraties kan het van-werk-naar-werktransities makkelijker maken. Maar ook kan het goed zijn voor de mobiliteit en duurzame inzetbaarheid van de medewerkers.
wat moet/kan een OR met medewerkers met combinatiebanen?
Zijn er bij jou in de organisatie meerdere medewerkers met een combinatiebaan? Dan zijn dit de zaken om als OR op te letten:
controle van cao bepalingen
In veel cao’s zijn opmerkingen, voorwaarden of bepalingen opgenomen over hoe om te gaan met ‘nevenwerkzaamheden’ (lees: een combinatiebaan). De OR heeft hier een taak om te controleren of de werkgever zich ook houdt aan de cao bij jou in de organisatie.
bewaken van inzetbaarheid / belastbaarheid hybride ondernemer
Als de medewerker een zogenaamde hybride ondernemer is (naast de parttime baan ook zelfstandig ondernemer), dan vraagt dit aandacht voor de inzetbaarheid en draagkracht. Een ondernemer moet namelijk minimaal gemiddeld 23 uur per week (1225 per jaar) in de eigen onderneming werken om ondernemer te zijn voor de Belastingdienst.
De vraag die de OR kan stellen is of de medewerker met een combinatiebaan niet teveel uren per week werkt. Dit kan consequenties hebben vanwege de Arbeidstijdenwet, maar ook de inzetbaarheid / belastbaarheid van de medewerker. Mogelijk kan extra beleid van de organisatie de medewerker helpen. En bij het aanpassen van het personeelsbeleid speelt de OR een rol met het instemmingsrecht.
welzijn van de medewerkers met een combinatiebaan
Als de medewerker niet rond kan komen van zijn/haar eerste baan en daarom kiest voor een combinatiebaan, dan komt het welzijn van de medewerker in gevaar. Dit blijkt uit de onderzoeken.
Deze medewerkers hebben meer burn-out klachten, zijn minder tevreden over hun eerste baan, minder bevlogen op het werk en vinden zichzelf minder inzetbaar.
De OR kan ook hier een rol spelen in het personeelsbeleid. Bijvoorbeeld door aan te dringen op een goede betaling of meer uren voor mensen met kleine contracten. Zorg ook dat er specifiek aandacht is in het MTO (Medewerkers Tevredenheids Onderzoek) voor deze groep medewerkers.
controle Arbowet
Voor de werkgever is het lastig te bepalen of de werknemer veel meer belast wordt als hij/zij meerdere werkgevers heeft. Dit vraagt extra aandacht van de werkgever, maar ook van de OR als controleur op de naleving van de Arbowet.
bron: SER rapport ‘De vele kanten van banen combineren’
Over dit onderwerp verscheen eerder in de landelijke media: