Als ondernemingsraad heb je een relatie met de Bestuurder van de OR, de directie. Een goede of een slechte, maar wel een relatie. Hoe haal je daar voordeel uit?
– click here for the English version of this text –
een relatie? hoezo?
Er zijn twee uitersten om je op te stellen als ondernemingsraad of Bestuurder: “we zijn tot elkaar veroordeeld” of “we maken samen de beste organisatie”. Maar hoe je het ook wendt of keert, je hebt wél een relatie samen.
Je kunt wellicht een grote hekel aan elkaar hebben, maar toch zul je met elkaar blijven praten. De andere kant van de schaal is dat je niet durft om iets anders dan “ja” te zeggen omdat je bang bent dat de ander boos wordt.
Als je dat zo voelt, hoe kun je daar dan het beste mee omgaan? Wat kun je doen? En wat voor relatie wil je eigenlijk hebben tussen de OR en de Bestuurder?
de wet is het minimum
Uiteraard begint alles met de Wet op de Ondernemingsraden (WOR). Daarin staat wat je moet en wat je mag. Voor allebei, zowel de OR als de Bestuurder. Maar dat is dan wel het uiterste minimum van een relatie.
Wanneer je als OR (of als Bestuurder) praat in zinnen als “volgens artikel zus, lid zo moet er een brief verstuurd worden waarin staat dat…” of “als jullie niet reageren voor datum x, dan ga ik het besluit uitvoeren volgens de WOR”, dan heb je het eigenlijk niet over medezeggenschap. Dan ben je samen regeltjes aan het uitvoeren.
En je moet je afvragen of je met het uitvoeren van regeltjes, een soort van rituele dans die je samen uitvoert, wel bereikt wat je wilt. De OR is er tenslotte “in het belang van het goed functioneren van de onderneming in al haar doelstellingen” (artikel 2 WOR).
de relatie is het maximum
Juist in de relatie kun je, als Bestuurder en OR, het beste voor de organisatie én voor de medewerkers bereiken. Dan kun je samen het gesprek aangaan en praten over wat nu de beste optie is om ten doel te stellen.
In die relatie hoef je het niet altijd samen eens te zijn (was jij het altijd eens met je vader of moeder?), maar je kunt er wel als volwassenen samen over praten. Bedenken wat je wilt en bespreken wat je kunt.
ieder heeft zijn eigen rol en positie
En nee, je bent als OR geen directie. Als OR kun je dus ook geen besluiten nemen alsof je directeur bent. Die verantwoordelijkheid ligt bij de Bestuurder. De Bestuurder neemt uiteindelijk alle besluiten. De OR heeft de rol van toetsen, sparren en praten, om ervoor te zorgen dat het uiteindelijke besluit dat de Bestuurder neemt ook daadwerkelijk het beste besluit is dat er te nemen is.
Maar omgedraaid speelt hetzelfde: de Bestuurder kan niet op de stoel van de OR gaan zitten en vertellen hoe de OR moet toetsen of hoe de OR (binnen of buiten de organisatie) moet praten. Die verantwoordelijkheid ligt bij de OR.
emotionele chantage?
We kennen allemaal die situaties dat je je afvraagt hoe de ander zal reageren op een vraag of stelling. En die reactie is (vaak) bepalend voor hoe jij je verder gedraagt. Reageert de ander heel fel en met boze woorden, dan heb je toch al snel de neiging om je eisen bij te stellen. Denk ook hierin maar eens aan de eerste keer dat je als tiener laat thuis wilde komen en je vader of moeder daar heel stellig en geagiteerd op reageerde…
De relatie tussen OR en Bestuurder is eigenlijk een soort van spel. Soms zelfs een politiek spel. Maar zolang je de relatie blijft gebruiken als een veilige basis om naar terug te keren en overtuigd bent van de integere bedoelingen van de ander… dan ontstaat er ruimte om op de inhoud stevig van mening te verschillen! Maar ook om daarna samen een borrel te drinken omdat je zo goed samenwerkt.
En ja, in dat spel speel je soms met de emotie en kun je zinnen gebruiken als ”ja, maar zó gaan we toch niet met elkaar om in deze organisatie?”
een ouder-kindrelatie?
Je kunt de vergelijking met de relatie tussen ouder en kind trekken, maar dat is niet de meest ideale relatie tussen OR en Bestuurder. Als de een zich opstelt als een ouder, kan de ander niet anders dan als een kind reageren… Dus als de ouder boos en bevelend is, dan kan het kind makkelijk recalcitrant en onredelijk reageren. Ook hier kun je de vergelijking maken met je eigen kinderen of je eigen jeugd.
Maar als je kunt veranderen (of je nu in de kindrol of in de ouderrol zit) naar de positie van een volwassene… dan kán de ander niet anders dan ook volwassen reageren.
een volwassen relatie!
Ik hoor je denken: “ja ja, dat is makkelijk gezegd… hoe doe ik dat dan?” Eigenlijk heel eenvoudig. Word niet boos, maar geef aan dat je er boos van wordt. Wees niet onredelijk, maar vertel dat je op deze manier geen andere optie hebt dan tegen te zijn.
Dus precies zoals je dat in het dagelijkse leven doet. Bij de kassa van de supermarkt zal de rij niet korter worden als je gaat stampvoeten van de haast. Maar er gaat wel iets veranderen als je vriendelijk vraagt aan een medewerker of er nog een kassa open kan omdat je haast hebt.
Dus praat over wat het gedrag van de ander met je doet, in plaats van dat gevoel meteen uit te voeren. Zo kun je op gelijke voet met elkaar het gesprek aangaan. En dus ook veel meer bereiken dan alleen wat er in de wet staat. Want je hebt een relatie samen.
Wil jij de relatie tussen Bestuurder en ondernemingsraad veranderen? Ik kom je graag helpen. Denk bijvoorbeeld aan een OR-training.
[…] […]